HET GELOOF IN DE ENGELEN

De tweede verplichting van het geloof is om te geloven in de engelen.
DE AARD EN BIJZONDERHEDEN VAN DE ENGELEN

De tweede verplichting van het geloof is om te geloven in de engelen. De engelen zijn wezens geschapen uit licht. Ze eten en drinken niet. De engelen hebben geen mannelijkheid of vrouwelijkheid.

De engelen zijn de geliefde dienaren van Allah. De engelen volbrengen de geboden van Allah foutloos en begaan nooit een zonde.

De Almachtige Allah heeft de schepselen uit verschillende vormen geschapen. Sommige vormen van hen kunnen we zien en sommige vormen kunnen we niet zien. De mens kan sommige wezens niet zien. Dat komt omdat het menselijke oog niet is geschapen om alle dingen te kunnen zien. Het vermogen om zulke schepselen te kunnen waarnemen is voor de mens begrensd.

Bijvoorbeeld: Net zoals we een klein object niet kunnen zien, zijn we ook niet in staat om de lucht, de wind en het verstand te zien. De elektrische stroom die door de draden gaat is ook niet zichtbaar. Niettemin weten we wel dat deze dingen bestaan. Ook de engelen zijn onzichtbare schepselen die bestaan.

We kunnen de engelen niet zien omdat ze uit licht geschapen zijn. Toch geloven we wel in het bestaan van de engelen, omdat Allah het bestaan van de engelen in de Heilige Koran heeft bekendgemaakt. Ook profeet Mohammed (vrede zij met hem) heeft de engelen gezien en aan ons vermeld. Alles wat de Almachtige Allah en de geliefde profeet hebben vermeld is waar. Om deze reden geloven we met zekerheid in het bestaan van de engelen.

DE BELANGRIJKSTE TAKEN EN NAMEN VAN DE ENGELEN

De engelen bevinden zich op de aarde en in de hemelen, in onze omgeving en zijn overal aanwezig. Alleen Allah weet het aantal van de engelen. Iedere engel heeft een vastgestelde taak van Allah.

Sommige engelen zijn voortdurend Allah aan het aanbidden en anderen hebben een plicht in de orde en in de regelingen van het universum.

Ze hebben de kracht om grote werken te verrichten, die zich buiten het bereik van de mensen bevinden. Er zijn ook engelen die adviseren tot de goedheid van de mensen en die de mensen tegen het kwade beschermen. Ook worden er engelen gestuurd om de gelovigen in moeilijke tijden te helpen. De Almachtige Allah heeft het bestaan van de engelen en de oneindige macht van de engelen aangetoond. 

Grote engelen en hun taken 

1) Jibrīl/Cebrāīl: Jibrīl/Cebrāīl is de grootste van de engelen. Cebrāīl is de boodschapper tussen Allah en de profeten. Cebrāīl brengt het boek van Allah naar de profeten. Cebrāīl is degene die ons heilige boek (de Koran) van Allah naar onze profeet heeft gebracht. Cebrāīl brengt de woorden van Allah naar de profeten. 

2) Mīkāīl: Deze engel heeft de regeling van de natuur als zijn taak. Zoals het laten regen, het laten waaien van de wind, het laten groeien van een zaadje.

3) IsrāfīlDeze engel heeft de taak om het einde van de wereld te veroorzaken en de mensen na de dood op te wekken.

4) Azrāīl (Malak al-mawt)Azrāīl neemt het leven van de mensen die het einde van hun leven hebben bereikt.

Na deze vier grote engelen is er ook een aantal andere engelen:

Kirāman Kātibīn: Dit zijn twee engelen. De ene engel bevindt zich aan de rechter kant van de mens en de andere engel aan de linkerkant. De engel aan de rechterkant schrijft de goede daden op die de mens heeft verricht. De engel aan de linkerkant schrijft de slechte daden op die de mens heeft verricht. Zo zullen de goede en slechte daden die de mens heeft begaan in zijn “daden boek” plaatsvinden. Het boek van de daden houdt in een boek waarin de goede daden zowel als de slechte daden van een mens staan.

Ridwān: De leider van de engelen in het Paradijs.

Mālik: De leider van de engelen in de Hel.

Munkar en Nakīr: Deze twee engelen hebben de taak om de mensen in hun graf te ondervragen.

DE VOORDELEN VAN HET GELOVEN IN DE ENGELEN

Er zijn engelen die ons nooit verlaten en altijd bij ons zijn. De engelen genaamd: “Kirāman Kātibīn” hebben de taak om onze goede daden en slechte daden op te schrijven. Dat wil zeggen dat de mens nooit alleen is, zelfs wanneer hij alleen is. Er zijn engelen die altijd toezicht op ons houden en onze daden opschrijven.

Een moslim kan het zich niet veroorlogen om de volgende uitspraken te doen: “Niemand kan me zien, ik kan doen wat ik wil.” Deze onverantwoordelijke uitspraak is een slechte eigenschap, die niet bij een moslim past.

Een moslim kan het zich niet veroorloven om slechte daden te verrichten. Dat komt omdat hij weet dat de engelen voortdurend toezicht over hem hebben. Hij dient zich ervan bewust te zijn dat zijn goede en zijn slechte daden door de engelen worden bijgehouden. Het geloof in de engelen weerhoudt ons er dus van het kwade te doen.

Daarnaast zijn er ook engelen die ons tegen het kwade beschermen en ons tot het goede aansporen. De engel is een voorbeeld van schoonheid en goedheden in de wereld en de duivel is een slecht voorbeeld van het kwade en van de lelijkheid. De engel roept de mens tot het goede en de duivel tot het slechte aan.

Een voorbeeld. Het moment wanneer er een gevoel van medelijden in ons verschijnt wanneer we een arm, hongerig, hulpeloos persoon tegenkomen. Dit verborgen gevoel in ons innerlijk spoort ons aan om de arme mens te helpen. Dit is de stem van een engel. Een andere stem die ons bang maakt dat ons geld zal verminderen en ons er vervolgens van weerhoudt om de arme mens te helpen, is de de stem van de duivel.

In dat geval moeten we gehoor geven aan de roeping die ons aanspoort om de arme te helpen: dit is immers een vriendelijke stem die het goede liefheeft en ons aanspoort om het goede te verrichten.

Het geloof in de engelen zorgt er dus voor om ons van het kwade te weerhouden en onze gedragingen te verbeteren.

De profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem) heeft het volgende overgeleverd:

“Zowel de duivel als de engel brengen sommige dingen in de harten van de mensen teweeg. Het werk van de duivel is het aanroepen tot het kwaad en tot het afstand houden van de waarheid. Het werk van de engel is het aanroepen tot het goede en tot het zich verre houden van het kwade. Degene die een stem hoort die tot het goede aanroept, mag weten dat het de stem van een engel is. Degene die een stem hoort die tot het slechte aanroept, mag weten dat het de stem van de duivel is; laat diegenen afstand van hem houden en hun toevlucht bij Allah zoeken.”