HET GELOOF IN ALLAH
De eerste van de zes verplichtingen van het īmān (geloof) is om in Allah te geloven.HET BESTAAN EN EENHEID VAN ALLAH
De eerste van de zes verplichtingen van het īmān (geloof) is om in Allah te geloven. De “eerste” en “belangrijkste” taak van iedere verstandige persoon die de puberteit heeft bereikt is te geloven in het bestaan en de eenheid van Allah.
Als we naar onze omgeving kijken, zien we dat niets vanuit zichzelf is ontstaan. Een prachtig kunstwerk duidt op de aanwezigheid van de kunstenaar: een ontwerper die de klok maakt, een schilder die de muren van onze kamers opsiert, een bouwvakker die de gebouwen bouwt. Er bestaat daarom geen enkele twijfel. Zelfs een auto ontstaat niet vanuit zichzelf. Er moet een deskundige zijn die de auto ontwerpt. Niets ontstaat vanuit zichzelf. Net zoals een klok, mooie kunstwerken en gebouwen niet uit zichzelf zijn ontstaan, is ook de wereld en het universum niet uit zichzelf ontstaan.
De wolken, de wereld, de zon, en het universum hebben allemaal een orde van Allah gekregen waar ze zich aan moeten houden. Als de zon een klein afstand dichter bij de aarde zou staan, dan zou de aarde veel warmer worden waardoor er geen leven meer zou kunnen ontstaan. Als de zon een kleine afstand verder van de aarde zou staan, dan zou de aarde veel kouder worden, waardoor er ook geen leven meer zou kunnen ontstaan. Alles is op een perfecte manier geordend door de Schepper.
In dat geval is er ook een schepper die de mensen vanuit een prachtig kunstwerk heeft geschapen. Een schepper die het universum volgens een zeer klein plan heeft opgericht en vervolgens het in een perfecte orde heeft doen functioneren. Deze heilige schepper is de Almachtige Allah. De perfecte orde en harmonie die in het heelal aanwezig zijn, laten het bestaan en de eenheid van Allah zien.
Onze eerste taak is om in Allah te geloven. Allah heeft ons geschapen en Hij is degene die ons in leven houdt. Daarom moeten we vanuit het hart verbonden zijn met Allah. We moeten de eigenschappen van Allah leren kennen om Zijn heilige bestaan beter te begrijpen en om op een juiste manier te geloven in het bestaan van Allah.
DE EIGENSCHAPPEN VAN ALLAH
Allah heeft 14 eigenschappen. Zes ervan worden “zātī” eigenschappen genoemd. Deze eigenschappen behoren alleen aan Allah toe, niet één schepsel draagt deze eigenschap met zich mee. De overgebleven acht eigenschappen van Allah worden “subūtī” eigenschappen genoemd. Deze eigenschappen duiden de aanwezigheid van de Almachtige Allah aan.
“Zātī-eigenschappen”:
1) Wujūd: Het bestaan. Allah bestaat en Zijn afwezigheid is onvoorstelbaar.
2) Qidam: Het bestaan van Allah heeft geen begin. Het bestaan van Allah heeft niet later plaatsgevonden. Het bestaan van Allah was er al, zelfs toen er niets was.
3) Baqā: Het bestaan van Allah heeft geen einde. Het bestaan van Allah zal voortgaan, zelfs wanneer alles is vernietigd.
4) Vahdāniyyah: Allah is één. Allah heeft geen soortgelijken of iets wat op Hem lijkt. Allah heeft geen deelgenoten.
5) Muhālefetun li’l-havādis: Allah lijkt niet op de dingen die naderhand zijn gekomen. De Almachtige Allah lijkt niet op één van zijn schepselen.
6) Qiyam binafsihī: De aanwezigheid van Allah is bij Hemzelf. Hij is niet afhankelijk van iets. Alles is afhankelijk van hem.
“Subūtī” Eigenschappen:
1) Hayat (al-Hayy): Levend. Allah is eeuwig levend.
2) ‘Ilim: Alwetend. Allah weet het verleden en de toekomst. Allah kent alle geheimen van het heimelijke en openlijke.
3) Samī‘: Alhorend. Allah hoort alles.
4) Basar: Alziend. Allah ziet alles.
5) Irādah: Wensen. Allah wenst. Allah verlangt en doet wat Hij wil.
6) Qudrah: Almachtige. Allah is de Eigenaar van kracht. Allah heeft macht over alles.
7) Kalam: Spreken. Allah heeft Zijn woorden aan de profeten verkondigd. De Koran is het woord van Allah.
8) Takwīn: Scheppen. Allah is de Schepper. Alle dingen in het universum heeft Hij geschapen. Wanneer Hij iets wil scheppen, dan zegt hij er slechts “wees” tegen en “het” zal er zijn. Als Allah zich voorneemt om een bestaande te vernietigen, dan zal het vernietigd worden.
DE LIEFDE VOOR ALLAH
Allah heeft ons ogen gegeven om te zien, oren om te horen, een tong om te spreken. Hij heeft ons handen en voeten gegeven om verschillende werken te kunnen verrichten. Allah heeft onze lichamen uitgerust met wijsheden en intelligentie, alsmede ons in een superieure toestand geschapen.
De aarde is voorzien van verschillende gunsten om gezond en gelukkig te leven, vanaf de lucht dat we inademen tot aan het water dat we drinken. We zullen begrijpen in hoeveel goedheden Allah voor ons heeft voorzien als we aan al deze gunsten denken.
De Almachtige Allah zegt het volgende:
“Als jullie de gunsten van Allah op willen sommen, dan kunnen jullie ze niet tellen.” (14:3)
De mens respecteert degenen waar hij van houdt en weerhoudt zich van gedragingen die hem niet tevreden zullen stellen. De liefde voor Allah is te voldoen wanneer zijn gezegende naam met alle respect wordt herdacht en wanneer verplichtingen die Allah ons heeft geboden met plezier worden verricht.
Aan de liefde voor Allah is ook te voldoen door de dingen te vermijden die Allah voor ons verboden heeft verklaard. Indien we dat doen en werkelijk bewijzen dat we Hem liefhebben, zal Allah ons ook liefhebben en ons veel meer gunsten in het Hiernamaals geven dan de wereldlijke gunsten. De grootste gelukzaligheid voor een mens is om een persoon te zijn die Allah liefheeft.