De zesde verplichting van de Iman is om in het lot te geloven, te geloven dat zowel de goede dingen als de slechte dingen geschapen zijn door Allah.
In religieuze termen heeft het lot de volgende betekenissen:
Qadar (het lot): de kennis en de waardering omtrent wanneer, waar, met welke kenmerken en hoe iets in het universum zal gebeuren, bevindt zich al voordat het gebeurt bij Allah.
Qadā (schepping van de gebeurtenis): wanneer de tijd voor deze gebeurtenissen (qadar) aanbreekt, wordt deze gebeurtenis door Allah geschapen.
Om het als een vergelijking op te formuleren: als qadar een plan is, is qadaa de uitvoering van dit plan. Alles wat in het universum gebeurt, geschiedt volgens door Allah’s kennis, wens en schepping. Er is geen andere schepper dan Allah.
Het geloof in de qadr en qadaa betekent dus het geloof dat goede en slechte dingen door Allah worden gewaardeerd, bepaald en geschapen wanneer het tijd is.